· 

Hoe kom je tot een juiste interventie bij ongewenst gedrag?

In de eerste aflevering van Take a Second is te zien hoe een interventie van een leerkracht op het ongewenste gedrag van een leerling anders uitpakt dan verwacht. In plaats van het ongewenste gedrag te verzwakken, zorgt de interventie van de leerkracht voor een versterking van het ongewenste gedrag. 

 

De reden voor het niet slagen van deze interventie ligt in het feit dat de leerkracht vanuit eigen gevoelens, ervaringen en aannames redeneert, door de gym als een positieve prikkel te beschouwen en uit te spreken deze weg te nemen, als de leerling niet stopt met het gedrag. Voor de leerling blijkt de gym echter een negatieve prikkel te zijn en het wegnemen van deze prikkel zorgt er daarom voor dat de leerling met het ongewenste gedrag zijn doel (niet deelnemen aan de gym) bereikt. 

 

In de video wordt geen oplossing voor het probleem gegeven, wat bij velen vast een onbevredigend gevoel heeft gegeven. Omdat ongewenst gedrag van een leerling invloed heeft op de hele klas, willen we dat het probleem met een simpel toverwoord kan worden opgelost. Maar net als een reken- of spellingprobleem zal een gedragsprobleem goed geanalyseerd moeten worden. Een stap die bij gedragsproblemen nogal eens overgeslagen wordt. 

 

Elk gedrag heeft een doel, ook al zijn we ons daar niet altijd bewust van. Om de juiste interventies te kunnen plegen, zul je eerst moeten achterhalen wat het doel van het ongewenste gedrag is. Wat zijn positieve en negatieve prikkels, ook wel stimuli genoemd, voor deze leerling? In welke situaties doet het ongewenste gedrag zich voor? Wat is de aanleiding of oorzaak van dit gedrag en wat is het gedrag? Antwoorden op deze vragen vind je onder andere door te observeren en in gesprek te gaan met het kind. 

 

Ook bij minder ernstige gedragsproblemen (bijv. het probleem doet zich weinig voor, komt alleen voor in specifieke situaties of is nog niet zo lang aan de gang) is het verstandig om het probleem in kaart te brengen om zo een juiste interventie toe te kunnen passen. 

 

In het begin van schooljaar ’19-’20 gaf ik muzieklessen aan de leerlingen van groep 4 en 5. Bij de wisseling van de les, begon een leerling opstandig gedrag te vertonen. Ze wilde de klas niet in en werd nukkig. Hoe vaker haar gevraagd werd de klas in te komen, des te meer weerstand ze ging vertonen. Door met deze leerling in gesprek te gaan achterhaalde de onderwijsassistent waarom deze leerling dit gedrag vertoonde, zodat we de juiste interventie konden toepassen.

 

Hoewel je in eerste instantie zou denken dat deze leerling dit gedrag vertoonde, omdat voor haar muziek een negatieve stimulus (S-) is, bleek er na het gesprek iets heel anders aan de hand te zijn. Voor dit meisje is muziek juist een positieve stimulus (S+). Ze had er enorm veel zin in, totdat haar eigen gedachte, over wat er zou kunnen gebeuren in de les, met haar aan de haal ging.  Ze was namelijk bang dat ze wellicht voor een volle klas een liedje zou moeten zingen of muziek zou moeten maken en dat zorgde ervoor dat ze, nog voordat de eerste les begon, door de spanning blokkeerde. Haar faalangst verzwakte de positieve prikkel zodanig (-S+) dat deelnemen aan de les voor haar geen optie meer was. Door haar de ruimte te geven zelf te bepalen hoe actief ze deel zou nemen aan de les (alleen maar lekker luisteren en op het moment dat ze er zelf klaar voor was mee te zingen of musiceren), heeft ze alle weken van de muziekles kunnen genieten.

 

Je kunt je vast wel voorstellen wat er gebeurd zou zijn als we deze leerling, zonder gesprek, gedwongen hadden deel te nemen aan de muziekles. En ook wat we haar ontnomen zouden hebben, als we als interventie haar de andere lessen niet meer bij hadden laten wonen.

 

Verder lezen over gedrag of de aflevering bekijken? Klik dan op onderstaande afbeeldingen.



Reactie schrijven

Commentaren: 0